Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat interne compensatie in het kader van de voldoening op aangifte van BPM per auto – dus niet tussen de auto’s onderling – is toegestaan. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
X bv doet BPM-aangifte voor vier personenauto’s met schade. X bv stelt in beroep dat de auto's vergelijkbaar zijn met gelijksoortige binnenlandse ex-rentals. Volgens Rechtbank Gelderland maakt X bv niet aannemelijk dat de auto’s een huurverleden hebben, zodat er geen aanleiding is voor een extra vermindering. X bv gaat in hoger beroep. De inspecteur beroept zich op interne compensatie, omdat X bv te onrechte 100% – in plaats van 72% – van de geraamde herstelkosten als waardevermindering in aanmerking heeft genomen.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N Vandaag 2021/1216) oordeelt dat dat interne compensatie in het kader van de voldoening op aangifte van BPM per auto – dus niet tussen de auto’s onderling – is toegestaan (zie Hof Arnhem-Leeuwarden 16 maart 2021, 19/00394, V-N Vandaag 2021/778). X bv maakt niet aannemelijk dat de waardevermindering door de schade meer is dan 72% van de geraamde herstelkosten. Het beroep van X bv is ook voor het overige ongegrond.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10