Rechtbank Gelderland oordeelt dat de, door een wetswijziging van de jaren 2016 en 2017, deels misgelopen premiekorting niet alsnog toegekend behoeft te worden.

Belanghebbende, X, neemt een arbeidsgehandicapte werknemer in dienst, die van het UWV reeds een indicatiestelling ex art. 11 WSW heeft ontvangen. Dat laatste brengt mee dat X gedurende drie jaar recht heeft op een premiekorting voor de werknemer. Die korting vangt aan op 1 januari 2015 en bedraagt € 7.000 p/jr. Per 1 januari 2016 is de wetgeving gewijzigd en bedraagt de premiekorting nog slechts € 2.000. X heeft in 2016 en 2017 ook een korting van € 7.000 toegepast.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de wetswijziging plaatsvond zonder overgangsrecht en zonder terugwerkende kracht. Er is geen grondwettelijke toetsing mogelijk noch een toetsing op de innerlijke waarde en billijkheid van de gewijzigde wetgeving. Er is verder vanuit de wetgever geen toezegging of andere uitlating gedaan die continuering van de korting van € 7.000 voorschreef. De naheffingsaanslag is terecht en dat geldt ook voor de verzuimboete van 10%.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet financiering sociale verzekeringen 50

Wet financiering sociale verzekeringen 49

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Sociale zekerheid ziektekosten

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 5 september

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen