Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het niet in strijd met het EU-recht is dat Duitsland een belastingverhoging in rekening brengt aan X omdat niet is voldaan aan de fiscale documentatieverplichting bij grensoverschrijdende commerciële transacties tussen verbonden personen.
De Duitse commanditaire vennootschap X GmbH & Co. KG verricht diensten op het gebied van ondersteuning, advisering en beheer. X heeft als beherende vennoot een in Duitsland gevestigde vennootschap en als commanditaire vennoot een in Nederland gevestigde vennootschap, waarvan Y als enig vennoot eveneens een in Nederland gevestigde vennootschap is. In 2013 fuseren X en de beherende vennootschap. Naar aanleiding van een controle met betrekking tot de door Y aan X in rekening gebrachte beheerkosten, stelt de Duitse Belastingdienst dat de onderbouwing van de kosten niet deugt. De Belastingdienst en X sluiten vervolgens een compromis waarbij wordt vastgesteld dat X ten onrechte € 1,6 mln aan kosten in aftrek heeft gebracht. Vervolgens stelt de fiscus een belastingverhoging voor X vast van 5% van het extra bedrag aan inkomsten van X, omdat de door X in het kader van de fiscale documentatieverplichting overgelegde gegevens niet bruikbaar zijn. X is het daar niet mee eens.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de Duitse fiscale documentatieverplichting bij grensoverschrijdende commerciële transacties tussen verbonden personen niet in strijd met het EU-recht is. Ook is het niet in strijd met het EU-recht dat een verhoging van de belastbare inkomsten wordt vastgesteld als niet aan deze verplichting wordt voldaan, tenzij de niet-nakoming van deze verplichting verschoonbaar is of de begane fout gering is.
Wetsartikelen:
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 49
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie