Beursvennootschappen kunnen vanaf 1 mei aanstaande een bedenktijd van maximaal 250 dagen inroepen wanneer aandeelhouders vragen om ontslag van bestuurders/commissarissen, of wanneer een vijandig overnamebod wordt gedaan én er sprake is van een wezenlijke strijd met het belang van de vennootschap.
De Eerste Kamer heeft ingestemd met een wetsvoorstel van minister Dekker (Rechtsbescherming) om dat mogelijk te maken. Hierdoor krijgt het bestuur van zo’n onderneming bijvoorbeeld bij dreigende (vijandige) overnames de tijd voor inventarisatie en weging van de belangen van de onderneming en de stakeholders bij de bepaling van beleid.
De fracties van SGP, CDA, GL, SP, 50PLUS, PvdA, OSF,D66, PVV, PvdD en CU stemden voor het wetsvoorstel, de fracties van VVD, Fractie-Nanninga, Fractie-Otten en FVD stemden tegen. In het debat over het wetsvoorstel had een aantal fracties kritiek op het wetsvoorstel, met name over de noodzaak ervan, de proportionaliteit, de mogelijk negatieve effecten op het Nederlandse vestigingsbeleid en eventuele strijdigheid met EU-regelgeving.
Minister Dekker gaf in het debat aan dat het aantal vijandige overnames inderdaad beperkt is, maar dat de impact groot kan zijn. Hij noemde het wetsvoorstel een logische, kleine stap, in het verlengde van wat in de praktijk al gebruik is. Er is nu immers al een (niet-wettelijke) code van goed bestuur met een bedenktijd van 180 dagen.
Bron: Eerste Kamer
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Vennootschapsbelasting, Fiscaal ondernemingsrecht, Ondernemingsrecht