De Hoge Raad oordeelt dat A nv niet is aan te merken als een rechtspersoon aan wie een distributiebedrijf toebehoort. Voor kwalificatie als een dergelijke rechtspersoon is het houden van alle aandelen in een andere rechtspersoon die een distributiebedrijf uitoefent onvoldoende. X bv is dan niet belastingplichtig voor de VPB.
De helft van de aandelen in belanghebbende, X bv, wordt indirect gehouden door enkele Zuid-Hollandse gemeenten. De andere helft wordt, via A nv, gehouden door andere lagere overheden. A nv houdt ook nog aandelen in andere vennootschappen, die energiedistributiebedrijven exploiteren. X bv exploiteert twee afvalwaterzuiveringsinstallaties. Zij zuivert het afvalwater en loost dit vervolgens op het oppervlaktewater. Bij dit proces wordt elektriciteit opgewekt, waarmee gedeeltelijk (circa 36%) in de eigen elektriciteitsbehoefte van X bv wordt voorzien. Een zeer gering deel van de door haar opgewekte energie (0,6%) leverde X bv om niet terug aan het energienet. De overige benodigde elektriciteit wordt extern ingekocht. De inspecteur is van mening dat X bv niet is aan te merken als een waterbedrijf en dus belastingplichtig is voor de VPB. X stelt echter dat zij geen nijverheidsbedrijf uitoefent. Hof Den Haag oordeelt dat de activiteiten van X bv niet kwalificeren als nijverheidsbedrijf en dat X bv dan niet belastingplichtig is voor de VPB. Daarbij overweegt het hof dat A nv een houdstermaatschappij is en geen distributiebedrijf uitoefent. A nv is dan niet aan te merken als een rechtspersoon aan wie een distributiebedrijf toebehoort. Verder oefent X bv volgens het hof geen nijverheidsbedrijf uit. Het hof vernietigt de VPB-aanslagen. De staatssecretaris gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat A nv niet is aan te merken als een rechtspersoon aan wie een distributiebedrijf toebehoort. Voor kwalificatie als een dergelijke rechtspersoon is het houden van alle aandelen in een andere rechtspersoon die een distributiebedrijf uitoefent onvoldoende. Verder bevestigt de Hoge Raad ook het oordeel van het hof dat X bv met de opwekking van energie niet deelneemt aan het economische verkeer. X bv produceert de elektriciteit namelijk nagenoeg geheel voor eigen gebruik. Verder wordt een bescheiden hoeveelheid aan het net teruggeleverd, hetgeen om niet gebeurt. X bv is niet belastingplichtig voor de VPB. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 2