Belanghebbende, X, exploiteert een agrarisch loonbedrijf en uitzendbureau. Door zowel de belastingdienst als de SIOD is een onderzoek ingesteld. Daarbij is onder meer vastgesteld dat de urenstaten (werkbriefjes) van de werknemers maar gedeeltelijk zijn bewaard en dat de loonadministratie vaak een andere naam (of ander geslacht) vermeldt dan de werkbriefjes die bij afnemers zijn achtergebleven. Verder is vastgesteld dat er een verschil is in aantal werknemers, dat er ook vaak langer is gewerkt dan in de loonadministratie is verwerkt. Ook zijn er enveloppen met contant geld gevonden. De bevindingen zijn nader onderzocht voor de periode week 17 in 2006 t/m week 16 in 2007 en de uitkomsten daarvan heeft de inspecteur geëxtrapoleerd naar eerdere jaren, waaronder 2002. De naheffingsaanslag over 2002 wordt met omkering van de bewijslast opgelegd.
Rechtbank 's-Gravenhage verklaart het beroep van X ongegrond. De inspecteur heeft de naheffingsaanslag over 2002 opgelegd op basis van een redelijke schatting. De inspecteur heeft terecht nageheven naar het anoniementarief. De rechtbank oordeelt over de naheffingsaanslag 2006/2007 ook dat de schatting niet onredelijk is. Daarbij speelt mee dat in 2005 via Meld Misdaad Anoniem meldingen over X zijn binnengekomen van zwarte loonbetalingen. De correctie over dat jaar is gebaseerd op de gegevens die bij het SIOD-onderzoek zijn aangetroffen in schrijfblokken.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting
Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage
Editie: 2 november