Hof Den Haag oordeelt dat X de herkomst van de contante gelden niet aannemelijk maakt met hetgeen hij aanvoert. De hiermee gemoeide bedragen zijn dan ook terecht als omzet aangemerkt.

X exploiteert een supermarkt met slagerij en avondwinkels. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur een IB-navorderingsaanslag 2016 op aan X naar een belastbaar inkomen van € 334.629. De inspecteur stelt daarbij vast dat X niet heeft voldaan aan zijn administratieplicht. Verder is sprake van onverklaarbare privéstortingen en leningen. Rechtbank Den Haag vermindert de aanslag naar € 334.474 in verband met een typefout.

Hof Den Haag oordeelt dat X de herkomst van de contante gelden niet aannemelijk maakt met hetgeen hij aanvoert. De hiermee gemoeide bedragen zijn dan ook terecht als omzet aangemerkt. Uit de door X verstrekte stukken kan niet worden afgeleid wanneer contante bedragen zijn verstrekt aan hem en ook de omvang is onduidelijk. Voor de kortlopende schulden ter hoogte van € 119.00 geldt dat X geen bewijs van deze kortlopende schulden heeft overgelegd. De correctie is dan ook terecht. Ook de correctie van € 209.000 in verband met de negatieve kas is terecht. Dit bedrag is namelijk gebaseerd op de administratie die X zelf heeft verstrekt. Er is geen reden om aan de berekening uit het controlerapport te twijfelen. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 13 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

256

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen