Hof Amsterdam oordeelt in lijn met het overzichtsarrest van de Hoge Raad dat het verzoek om kwijtschelding van griffierecht op zich geen bijzondere omstandigheid is die zou moeten leiden tot verlenging van de redelijke behandeltermijn.

De heffingsambtenaar stelt diverse WOZ-beschikkingen vast voor een omvangrijke onroerendgoedportefeuille van X. X komt daartegen tevergeefs in bezwaar en gaat in beroep bij de rechtbank. Tijdens de behandeling vraagt X diverse malen om uitstel van betaling en/of kwijtschelding van griffierecht. Hierdoor wordt de redelijke behandeltermijn overschreden, hetgeen leidt tot toekenning van een immateriële schadevergoeding aan X. De heffingsambtenaar gaat in hoger beroep.

Hof Amsterdam oordeelt in lijn met het overzichtsarrest van de Hoge Raad dat het verzoek om kwijtschelding van griffierecht op zich geen bijzondere omstandigheid is die zou moeten leiden tot verlenging van de redelijke behandeltermijn. De heffingsambtenaar onderbouwt onvoldoende zijn stelling dat de vertraging in de behandeling is te wijten aan traineergedrag van X. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:73

Instantie: Hof Amsterdam

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 13 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

121

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen