De Kennisgroep onroerende zaken heeft een standpunt gepubliceerd over het renteaftrekverleden en de renteaftrektermijn in een situatie waarbij een eigenwoningschuld (EW-schuld) in de periode 2001-2012 is afgelost, een nieuwe lening is aangegaan voor een verbouwing en de woning vervolgens wordt verkocht.

In de casus heeft de belastingplichtige in 2001 een woning gekocht met een EW-schuld van € 60.000, welke in 2011 volledig is afgelost. Het renteaftrekverleden bedraagt hierdoor 10 jaar. Vervolgens sluit de belastingplichtige in 2013 een nieuwe lening af van € 60.000 voor een verbouwing, die in maximaal 30 jaar wordt afgelost. De renteaftrek voor deze EW-schuld eindigt na 20 jaar vanwege het renteaftrekverleden.

In 2023 verkoopt hij de woning. De EW-schuld bedraagt op dat moment € 40.000. Vervolgens koopt de belastingplichtige een nieuwe woning. Er wordt geen rekening gehouden met een eigenwoningreserve.

Doordat de verbouwingslening net zo hoog was als de oorspronkelijke EW-schuld met het renteaftrekverleden over de periode 2001-2011 is het renteaftrekverleden in zijn geheel toegepast. Bij de aankoop van de nieuwe woning moet de aflossingsstand van € 40.000 met een aflostermijn van 20 jaar en een renteaftrektermijn van 10 jaar worden voortgezet om te kwalificeren als EW-schuld. Voor het meerdere geldt een resterende aflos- en renteaftrektermijn van 30 jaar.

Lees ook het thema Eigenwoningregeling.

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 10bis.1

Wet inkomstenbelasting 2001 3.119d

Wet inkomstenbelasting 2001 3.119c

Wet inkomstenbelasting 2001 3.119a

[Nieuwsbron]

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 13 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

463

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen