Belanghebbende, X, heeft een autorijschool. Zijn broer en zijn moeder staan op de loonlijst: de broer als rijinstructeur en de moeder als receptioniste. De autorijschool had in de jaren 2002 t/m 2006 telkens minstens drie auto's, waarvan van januari 2004 t/m juni 2006 een auto met dubbele bediening. De inspecteur legt X na een boekenonderzoek naheffingsaanslagen omzetbelasting en loonbelasting met vergrijpboeten op omdat X geen verklaring kan geven voor de geconstateerde grote verschillen tussen het berekende aantal rijlessen en het aantal in de administratie verantwoorde rijlessen. Er zijn veel meer rijlessen gegeven dan blijkt uit de agenda's. Naast X en zijn broer moeten er nog andere instructeurs zijn geweest. De inspecteur stelt dat de administratie van X niet voldoet aan de eisen en verwerpt voor de jaren 2003 t/m 2006 de administratie.
Rechtbank Haarlem is van mening dat de inspecteur om tot een redelijke schatting van de omzet te komen, het jaarlijks aantal ingekochte examens dat niet in de agenda's van X en zijn broer verwerkt was en een gemiddeld aantal examens per leerling van 2,34 en een gemiddeld lessenaantal van 39,4 per leerling als uitgangspunt heeft mocht nemen. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur een redelijke schatting van de loon- en omzetcorrecties heeft gemaakt. De rechtbank oordeelt over de boeten dat het aan opzet van X is te wijten dat te weinig belasting is betaald en dat hij willens en wetens niet aan zijn wettelijke administratieplicht heeft voldaan. De rechtbank acht boeten van 15% passend en geboden maar vermindert die met 15% wegens overschrijding van de redelijke termijn.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting, Omzetbelasting, Belastingrecht algemeen
Instantie: Rechtbank Haarlem