Hof Arnhem verklaart de legesverordening 2005 van de gemeente Utrecht algeheel onverbindend nadat de heffingsambtenaar van de gemeente onvoldoende inzicht heeft verschaft in de kostendekkendheid.

Belanghebbende, X bv, komt in beroep tegen een legesnota van € 66.699,50. Rechtbank Utrecht vernietigt deze nota omdat in strijd met de Gemeentewet de heffingsmaatstaf van de aanslag wordt bepaald door het College van B&W van de gemeente Utrecht. De heffingsambtenaar van de gemeente stelt hoger beroep in bij Hof Amsterdam dat het beroepschrift met toepassing van art. 8:13 Awb ter verdere behandeling verwijst naar Hof Arnhem. In hoger beroep is in geschil of de nota bevoegd is opgelegd en of de gemeente de opbrengstlimiet voor leges van art. 229b Gemeentewet geschonden heeft. Hof Arnhem verklaart de legesverordening 2005 van de gemeente Utrecht algeheel onverbindend nadat de heffingsambtenaar van de gemeente onvoldoende inzicht heeft verschaft in de kostendekkendheid. X bv betwist van een aantal posten dat deze aangemerkt kunnen worden als "last ter zake". Volgens vaste jurisprudentie is het dan aan de heffingsambtenaar om de twijfel weg te nemen. Volgens het hof mag van de heffingambtenaar meer worden verwacht dan het overleggen van een summier overzicht en een globale omschrijving van de aard van de in twijfel getrokken posten. Zonder een nader, meer gedetailleerde cijfermatige toelichting kan volgens het hof geen oordeel worden gegeven over de vraag of de opbrengstlimiet is overschreden. Anders dan de heffingsambtenaar meent, kan niet worden volstaan met het benoemen en beschrijven van de aard van de toegerekende lasten. Het hof merkt op dat bij de beoordeling of er sprake is van een "last ter zake" niet alleen de aard maar ook de omvang van de toegerekende last van belang is. Het naar vermogen verstrekken van cijfers is onontbeerlijk voor het geven van een gemotiveerd oordeel. De heffingsambtenaar heeft dit nagelaten. Het hof gaat voorbij aan het aanbod van de heffingsambtenaar om alsnog met een betere onderbouwing te komen omdat het dit als ontijdig beschouwt. Het hoger beroep van de heffingsambtenaar is ongegrond.  

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Instantie: Hof Arnhem

Editie: 27 mei

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen