Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv niet aannemelijk maakt dat in maart 2019 al is voldaan aan de loonnorm. De inspecteur heeft het verzoek om toepassing van de 30%-regeling terecht afgewezen.

Belanghebbende, X bv, en A dienen met een aanvraagformulier een gezamenlijk verzoek in om voortzetting van de 30%-regeling voor ingekomen werknemers. De inspecteur wijst het verzoek af omdat het vaste jaarinkomen van A slechts € 32.400 bedraagt, hetgeen lager is dan het wettelijke norminkomen van € 37.743. Met het variabele jaarinkomen, een omzetbonus, wordt geen rekening gehouden. Ook wordt geen rekening gehouden met de tweede arbeidsovereenkomst, waaruit een inkomen van € 38.880 blijkt.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv niet aannemelijk maakt dat in maart 2019 al is voldaan aan de loonnorm. De inspecteur heeft het verzoek om toepassing van de 30%-regeling terecht afgewezen. Volgens de rechtbank telt het variabele deel van het loon niet mee. Van belang is dat het ten tijde van de totstandkoming van de eerste arbeidsovereenkomst onzeker was of A meer zou ontvangen dan het vaste basissalaris. Niet van belang is dat achteraf bezien de loonnorm daadwerkelijk is gehaald. De rechtbank merkt op dat de 30%-regeling praktisch onuitvoerbaar zou worden als ook onderzoek zou moeten worden gedaan naar omstandigheden buiten de juridische afspraken in de arbeidsovereenkomst om. Dat een tweede arbeidsovereenkomst met een hoger basisloon is gesloten kan X bv ook niet baten. Deze overeenkomst is namelijk pas ver na het toetsmoment gesloten.

Lees ook het thema De 30%-regeling.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 10ed

Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 10e

Wet op de loonbelasting 1964 31a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 31 december

38

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen