De Staatssecretaris van Financiën gaat de wettelijke aftoppingssystematiek voor de pensioenopbouw van werknemers met een deeltijddienstbetrekking niet aanpassen. Hij ziet daartoe geen reden en motiveert dat als volgt:
Door toepassing van de deeltijdfactor wordt het pensioengevend loon van de deeltijdwerknemer naar evenredigheid afgetopt ten opzichte van het pensioengevend loon van de voltijdwerker. Bij een voltijdwerknemer met een (vóór aftopping) pensioengevend loon van € 120.000, wordt een pensioengevend loon van € 100.000 in aanmerking genomen (dus 5/6) en bij een qua voltijdsalaris vergelijkbare deeltijdwerknemer met een dienstbetrekking van 50% en dus een (vóór aftopping) pensioengevend loon van € 60.000, wordt een pensioengevend loon van € 50.000 (dus eveneens 5/6) in aanmerking genomen. Op deze wijze wordt binnen eenzelfde sector bewerkstelligd dat het maximale pensioengevend loon per contractuur gelijk is voor deeltijdwerkers en voltijdwerkers.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 7 maart