Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur terecht de concernbijdrage corrigeert omdat X niet kan bewijzen dat de bijdrage ziet op verleende diensten van de BV aan zijn onderneming.

X drijft samen met onder meer zijn partner een onderneming in de vorm van een VOF. Daarnaast is X samen met zijn partner ieder voor 50% aandeelhouder in Y bv. In 2018 brengt Y bv een concernvergoeding in rekening aan de onderneming. Bij het opleggen van de aanslag IB/PVV wijkt de inspecteur af van de aangiften van X en zijn partner. De inspecteur houdt rekening met een hoger winstaandeel als gevolg van niet aftrekbare kosten van de concernbijdrage van € 100.000. In geschil is of de inspecteur terecht de aftrek van de concernbijdrage corrigeert.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aan X opgelegde aanslagen terecht en tot de juiste bedragen zijn opgelegd. X overlegt de concernbijdrage-overeenkomst, maar overlegt geen nadere stukken waaruit blijkt dat de bijdrage ziet op verleende diensten van de BV. Ook geeft X niet aan hoe de hoogte van de bijdragen is bepaald. X maakt de door de inspecteur betwiste concernkosten niet aannemelijk. De beroepen van X zijn ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 28 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

202

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen