Het kabinet stelt voor om met ingang van 1 januari 2025 de vrijstelling voor ondernemers in de Wet BPM 1992 af te schaffen. Net als particulieren gaan ondernemers BPM betalen. Staatssecretaris van Rij stemt niet in met het alternatieve voorstel vanuit de sector.

De staatssecretaris noemt de milieuprikkel als een van de doelstellingen voor de afschaffing van de ondernemingsvrijstelling. Ondernemers worden zo gestimuleerd om bij de aankoop van bedrijfsauto’s een milieuvriendelijker alternatief te kiezen. Het Belastingplan 2023 bevat het voorstel om gebruik te maken van de CO2-uitstoot als grondslag voor de berekening van de BPM, niet de cataloguswaarde. De afschaffing van de vrijstelling voor ondernemers heeft ook een budgettaire doelstelling. Momenteel levert deze een aanzienlijke belastingderving op. Daarnaast leidt de afschaffing tot een vereenvoudiging van de autobelastingen en bespaart daarmee kosten. Dit is ook een reden om de aanschafsubsidie (SEBA) niet door te trekken.

Met een al ingediende nota van wijziging worden de voorgestelde MRB-tariefsverhogingen voor bestelauto’s van ondernemers van 15% voor 2025 en 6,96% voor 2026 geschrapt. Dit is een tegemoetkoming in de hogere lasten voor ondernemers die een bestelauto bezitten.

Wetsartikelen:

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 13a

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

49

Gerelateerde artikelen