Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat X bv aannemelijk moet maken dat er waardeverminderende omstandigheden zijn. Zij heeft geen enkele concrete onderbouwing geleverd dat te veel BPM is geheven. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
X bv doet in november 2018 BPM-aangifte voor een Audi A6 Avant met als datum van eerste toelating 1 november 2017. In de aangifte is een CO2-uitstoot vermeld van 169. Volgens X bv bestaat het risico dat deze te hoog is. Sinds 2018 wordt namelijk de WLTP-methode toegepast, als opvolger van de NEDC-methode. X bv wijst in dit verband op niet nader geconcretiseerde rapporten van KPMG en TNO. De inspecteur stelt dat de CO2-uitstootwaarde van het buitenlandse kenteken wordt omgerekend naar een NEDC-waarde, zodat per definitie de laagst mogelijke uitstoot geldt. Rechtbank Den Haag stelt de inspecteur in het gelijk. X bv gaat in hoger beroep.
Hof Den Haag (V-N 2021/44.1.6) oordeelt dat X bv aannemelijk moet maken dat er waardeverminderende omstandigheden zijn. Zij heeft geen enkele concrete onderbouwing geleverd dat te veel BPM is geheven. X bv stelt vergeefs dat altijd van de voor haar meest gunstigste omstandigheid, zoals een lagere CO2-uitstoot, mag worden uitgegaan. Het beroep van X bv is ook voor het overige ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 9