Hof Den Haag oordeelt in navolging van de rechtbank dat X na de vernietiging van de informatiebeschikking geen recht heeft op een integrale kostenvergoeding.

Belanghebbende, X, verkrijgt op 16 februari 2010 50% van de aandelen in een bv waarvan hij (mede) directeur is. De inspecteur stelt naar aanleiding van deze aandelenverkoop een onderzoek in bij zowel de vennootschap als bij derden en concludeert dat X door voorkennis een voordeel heeft behaald door de aandelen tegen een (te) lage waarde te kopen. De inspecteur kondigt een navorderingsaanslag IB/PVV aan en stelt X diverse vragen over de aandelenverkoop. Vervolgens geeft de inspecteur aan X een informatiebeschikking. De inspecteur besluit deze beschikking in te trekken, omdat omkering van de bewijslast ook zonder informatiebeschikking mogelijk is. X ontvangt een (forfaitaire) kostenvergoeding van € 486. In geschil is of X na vernietiging van de informatiebeschikking recht heeft op een integrale kostenvergoeding.

Hof Den Haag oordeelt in navolging van de rechtbank dat X na de vernietiging van de informatiebeschikking geen recht heeft op een integrale kostenvergoeding. De door X aangevoerde omstandigheden leveren geen bijzondere omstandigheden op die afwijking van het forfaitaire tarief voor de proceskosten rechtvaardigen. Van het handhaven van de informatiebeschikking "tegen beter weten in" is geen sprake, integendeel. De inspecteur heeft de informatiebeschikking in bezwaar juist vernietigd nadat hij tot de conclusie was gekomen dat hij ook langs een andere weg omkering van de bewijslast kon toepassen. Dit laatste is geen bijzondere omstandigheid.

Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:15-2

Besluit proceskosten bestuursrecht 2-3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 28 november

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen