Belanghebbende, X, is houder van een full-hybride Lexus IS 300H. Volgens het kentekenregister is de CO2-uitstoot 103 gram per km. De cataloguswaarde is € 44.564. De auto wordt door X ter beschikking gesteld aan haar enige werknemer, die deze ook privé gebruikt. In geschil is de hoogte van de bijtelling privégebruik (art. 13bis lid 3 Wet LB 1964) in februari 2014. Volgens Rechtbank Noord-Holland mag de loonheffing worden gerelateerd aan de standaard vastgestelde CO2-uitstoot, zonder deze constant of periodiek te monitoren. X bepleit in hoger beroep wederom toepassing van de 7% bijtelling (in plaats van 20%).
Hof Amsterdam oordeelt dat de wetgever het discriminatieverbod niet heeft geschonden door de lage bijtelling voor zogenaamde stekker-auto's niet te koppelen aan de feitelijke CO2-uitstoot van deze auto's. Het maakt niet uit dat stekker-auto's veel vaker op de verbrandingsmotor dan elektrisch blijken te rijden en dus in de praktijk een hogere milieubelasting hebben. Het monitoren van de werkelijke CO2-uitstoot is namelijk onuitvoerbaar. Schending van art. 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM is ook niet aan de orde, aangezien X als werkgever slechts inhoudingsplichtig is en dus niet de last van de loonheffing draagt. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 13bis