De heer X is ondernemer en verzorgt in dat kader scholingen van ambulancepersoneel. X is daartoe houder van een auto, die ook wordt ingezet voor het verlenen van EHBO/ambulancezorg bij evenementen. De laadruimte is voorzien van een kastje, brancard, bankje en stoel. De auto wordt soms ingezet voor oefeningen en bij calamiteiten vervoert X er zieken en gewonden mee. Er is echter geen sprake van ambulancevervoer en X heeft er geen vergunning voor. In geschil is de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting. Niet in geschil is dat de auto is ingericht als ambulance en als zodanig uiterlijk herkenbaar is. Rechtbank Breda stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het niet voldoen aan de 100% gebruikseis X niet kan worden tegengeworpen. X stelt namelijk met succes dat andere ambulances een vrijstelling hebben ook wanneer die zich niet uitsluitend met het vervoer van zieken en gewonden bezighouden, maar ook met bijvoorbeeld EHBO en/of scholing. Het feit dat X geen vergunning voor de auto heeft, kan hem ook niet worden tegengeworpen. Door de inwerkingtreding per 1 april 1996 van de Kwaliteitswet zorginstellingen mag het vergunningsvereiste, in verband met de ongewijzigde tekst van art. 71 lid 3 Wet MRB 1994, niet meer worden gesteld. Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 71
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch