Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat omkering van de bewijslast niet aan de orde is omdat X nooit is aangemaand om aangifte IB/PVV te doen. Op basis van verklaringen van X acht het hof aannemelijk dat hij meer winst heeft genoten dan in de aangifte is verantwoord.
Belanghebbende, X, is gehoord door de politie. Op basis van verklaringen die X tijdens dit verhoor heeft afgelegd over zijn inkomen en op basis van een boekenonderzoek legt de inspecteur aan X (voorlopige) aanslagen IB/PVV en Zvw op naar een winst voor ondernemersaftrek van € 50.000.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat omkering van de bewijslast niet aan de orde is omdat X nooit is aangemaand om aangifte IB/PVV te doen. Op basis van verklaringen van X afgelegd bij de politie in het kader van een ander onderzoek, alsook overige verklaringen en gegevens overgelegd door X, acht het hof aannemelijk dat X een hogere winst uit onderneming heeft genoten dan hij heeft aangegeven in de aangifte IB/PVV. De achteraf opgestelde administratie is niet betrouwbaar. Het hof vermindert evenwel de door de inspecteur vastgestelde winst uit onderneming omdat daarin de effecten van de economische crisis onvoldoende zijn verdisconteerd. Het hof acht aannemelijk dat de winst voor ondernemersaftrek € 40.000 is. Het hoger beroep van X dus gegrond.
Lees ook het thema Beroep: rechtsbescherming door de belastingrechter
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 20 november