Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X in een procedure over een naheffingsaanslag parkeerbelasting geen verzoek kan doen om uitreiking van een factuur als bedoeld in de Wet OB 1968. Het hof wijst daarbij op de arresten van de Hoge Raad van 23 maart 2018.

De gemeente Arnhem legt een naheffingsaanslag parkeerbelasting van € 59,75 op aan X bv, voor het parkeren van een auto aan een voor het openbaar verkeer openstaande weg. X bv verzoekt de gemeente om een btw-factuur aan haar uit te reiken. De gemeente weigert om aan dat verzoek te voldoen.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X in een procedure over een naheffingsaanslag parkeerbelasting geen verzoek kan doen om uitreiking van een factuur als bedoeld in art. 34c en volgende Wet OB 1968. Het hof wijst daarbij op de arresten van de Hoge Raad van 23 maart 2018, nr. 16/03254 (V-N 2018/16.20) en nr. 17/03850 (V-N 2018/16.5). Uit deze arresten blijkt ook dat een gemeentelijke parkeerverordening niet onverbindend is omdat zij geen melding maakt van btw. Het gelijk is aan de gemeente.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 35a

Wet op de omzetbelasting 1968 34c

Wet op de omzetbelasting 1968 7

Gemeentewet 225

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 20 november

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen