Aan belanghebbende, X, zijn voorlopige aanslagen IB/PVV en Zvw opgelegd waarbij de geschatte inkomsten uit het knippen van henneptoppen door de Belastingdienst zijn bepaald op € 25.000.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de verzoeken van X om ambtshalve de voorlopige aanslagen IB/PVV en Zvw over het jaar 2012 te herzien, terecht heeft afgewezen. De rechtbank acht aannemelijk dat X met het knippen van henneptoppen € 7.200 heeft verdiend. Door dit bedrag niet te vermelden in de aangifte, heeft X zowel absoluut als relatief gezien voor een aanzienlijk bedrag een te lage aangifte gedaan. De rechtbank keert de bewijslast om en oordeelt dat X niet heeft doen blijken dat de uitspraak op bezwaar onjuist was. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur bij het opleggen van de voorlopige aanslagen uitgegaan is van schattingen die redelijk zijn, ook als het gaat om de hoogte van de inkomsten uit het knippen. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 25-3
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 21 oktober