Anthura bv veredelt planten. Voor de jaren 2018 en 2019 vraagt zij S&O-verklaringen aan voor de veredeling van Phalaenopsisrassen. De planten die niet de beoogde eigenschappen bezitten, worden door Anthura bv op de veiling verkocht. De staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat is van mening dat deze restplanten prototypes met commerciële waarde zijn en dat de kosten en uitgaven die daarmee samenhangen niet in aanmerking komen voor S&O-afdrachtvermindering. Volgens de staatssecretaris bestaat dan alleen recht op de afdrachtvermindering voor zover de kosten uitsluitend dienstbaar zijn aan de S&O-werkzaamheden.
Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de staatssecretaris de verkochte restplanten terecht aanmerkt als ‘prototypes met gebruikerswaarde’. Het kweken van die planten is dan niet als S&O aan te merken en de op die werkzaamheden betrekking hebbende uren, kosten en uitgaven komen niet voor een S&O-verklaring in aanmerking. Het College verwijst daarbij naar de uitspraak van 5 februari 2019, nr. 18/277. Verder acht het College ook niet van belang dat Anthura bv in de aanvraag van de S&O-verklaring rekening heeft gehouden met de opbrengst van de veiling van de planten. Anthura bv heeft dat namelijk niet expliciet in de aanvraag gemeld, zodat de staatssecretaris niet wist dat de restplanten werden verkocht.
Wetsartikelen:
Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen 23
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Instantie: College van Beroep voor het bedrijfsleven
Editie: 9 november