Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat mevrouw X zich met betrekking tot de periode tot 15 oktober 2013 terecht beroept op het vertrouwensbeginsel. De inspecteur heeft namelijk verzuimd om het originele aanvraagformulier, alsmede de concrete aanvraag van X in het geding te brengen.

Mevrouw X verleent diensten op het vlak van stervensbegeleiding aan huis. Het betreft zorg in natura als bedoeld in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Deze werkzaamheden worden uitsluitend verricht met tussenkomst van wettelijk toegelaten zorginstellingen. Er is aanvankelijk een verklaring arbeidsrelatie (VAR) winst uit onderneming (wuo) aan X verstrekt. Op 15 oktober 2013 is deze herzien in een VAR-loon. In geschil is de IB-aanslag over 2013 en in het bijzonder of X IB-ondernemer of werknemer is. Volgens Rechtbank Noord-Nederland is de VAR-wuo terecht herzien, aangezien fiscaal sprake is van een dienstbetrekking. X gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X zich met betrekking tot de periode tot 15 oktober 2013 terecht beroept op het vertrouwensbeginsel. De inspecteur heeft namelijk verzuimd om het originele aanvraagformulier, alsmede de concrete aanvraag van X in het geding te brengen. Het is dus onduidelijk welke antwoorden X op bepaalde vragen heeft gegeven. Het maakt niet uit dat X dit pas in hoger beroep nadrukkelijk aan de orde heeft gesteld. Haar stellingen blijven binnen de grenzen van de rechtsstrijd en passen bovendien bij de bij het hoger beroep behorende herkansingsmogelijkheid. Vanaf 15 oktober is wel sprake van loon uit dienstbetrekking. Het beroep van X is deels gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:42

Wet inkomstenbelasting 2001 3.5

Wet inkomstenbelasting 2001 3.156

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 2 januari

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen