Rechtbank Rotterdam oordeelt dat mevrouw X en haar moeder geen toeslagenpartners van elkaar zijn, gelet op de korte periode en omdat volgens recente Afdelingsrechtspraak de realiteit moet prevaleren boven het formalisme van een systeemwerkelijkheid, zoals de Basisregistratie Personen.

Mevrouw X ontvangt zorgtoeslag en kindgebonden budget. Volgens de Belastingdienst/Toeslagen zijn X en haar moeder in de periode van 18 februari 2019 tot en met 7 april 2019 toeslagenpartner van elkaar. De moeder staat namelijk officieel op het woonadres van X ingeschreven. Het inkomen en vermogen van de moeder telt dus mee in de berekening van de zorgtoeslag en het kindgebonden budget van X. X stelt dat haar moeder destijds op een vakantiepark verbleef en slechts gebruik heeft willen maken van haar adres als postadres. De inschrijving in de Basisregistratie Personen (BRP) op haar adres is per abuis niet goed gegaan.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat X en haar moeder geen toeslagenpartners van elkaar zijn, gelet op de korte periode en omdat volgens recente Afdelingsrechtspraak de realiteit moet prevaleren boven het formalisme van een systeemwerkelijkheid, zoals de Basisregistratie Personen. X heeft haar stelling voldoende onderbouwd met onder meer een verblijfticket van het vakantiehuis en een e-mail waarin de moeder verzoekt om de huur met tenminste drie of vier weken te verlengen. Het beroep van X is gegrond. De inspecteur moet binnen twee maanden nadat deze uitspraak onherroepelijk is geworden een nieuwe beslissing op het bezwaar nemen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen 3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Toeslagen en zorgverzekeringswet

Instantie: Rechtbank Rotterdam

Editie: 12 maart

15

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen