Aan X Holding bv is in april 2006 de vpb-aanslag over 2002 opgelegd. De bv stelt dat de aanslag buiten de driejaarstermijn is vastgesteld en dat deze daarom moet worden vernietigd. Er zou namelijk geen uitstel zijn verleend voor het indienen van de aangifte. De belastingadviseur van de bv bevestigt dat er in het kader van de Beconregeling uitstel is gevraagd, doch heeft niet willen bevestigen of ontkennen dat het uitstel ook is verleend. De inspecteur beschikt slechts over een document waaruit kan worden afgeleid dat volgens de (interne) computersystemen van de Belastingdienst negen maanden uitstel is verleend. Rechtbank Haarlem oordeelt dat het niet aannemelijk is dat de adviseur geen reactie van de Belastingdienst op zijn verzoek om uitstel heeft gekregen. Hof Amsterdam oordeelt dat X Holding bv niet kan volstaan met een blote ontkenning van de ontvangst van een kennisgeving van het verleende uitstel. Met betrekking tot de valutacorrecties van een omvangrijke concernlening wordt overwogen dat in beginsel uit de administratie van de bv moet blijken in welke valuta deze lening op enig moment luidt. De inspecteur stelt terecht dat de lening niet eerder dan op 21 maart 2002 is omgezet in euro's en niet eerder dan op 1 oktober 2002 weer is omgezet in dollars. De bv beroept zich vergeefs op achteraf opgestelde overeenkomsten van mondelinge afspraken en verklaringen van getuigen. X Holding bv stelt in cassatie dat het hof de verklaringen van haar getuigen bij voorbaat als bewijs heeft gediskwalificeerd.
De Hoge Raad oordeelt dat het hof de verklaringen van de getuigen wel als bewijs heeft meegewogen, zodat de stelling van X Holding bv berust op een verkeerde lezing van de hofuitspraak. Het hof heeft terecht tot uitdrukking gebracht dat de terugwerkende kracht van de valutawijzigingen op onzakelijke overwegingen berustte en dat het hieruit voortvloeiende verlies daarom niet ten laste van de winst kan worden gebracht. Anders dan X Holding bv stelt is het hof er niet van uitgegaan dat partijen, anders dan in de overeenkomsten is bepaald, zijn overeengekomen de valuta van de lening per 21 maart 2002 respectievelijk 1 oktober 2002 om te zetten. Ook deze stelling faalt dus wegens het ontbreken van feitelijke grondslag. Het beroep van X Holding bv is ongegrond.