Hof Den Haag oordeelt dat het inkomen van X uit de B activiteiten niet kan worden bezien als een bestuurdersbeloning en Nederland derhalve geen voorkoming dubbele belasting hoeft te verlenen.

X is woonachtig in Nederland en verricht werkzaamheden als bestuurder van een concern. Hij is hierbij verantwoordelijk voor de wereldwijde A activiteiten. Een medebestuurder is verantwoordelijk voor de B activiteiten in onder andere Brazilië. Aan X is tevens een bonus uitgekeerd voor de B activiteiten in Brazilië, zonder dat hij formeel bestuurder is van de Braziliaanse groepsvennootschap. X is van mening dat de bonus kwalificeert als bestuurdersbeloning en claimt derhalve voorkoming dubbele belasting.

Hof Den Haag oordeelt dat het inkomen van X uit de B activiteiten niet kan worden bezien als een bestuurdersbeloning en Nederland derhalve geen voorkoming dubbele belasting hoeft te verlenen. Gezien het feit dat X formeel geen bestuurder is van de vennootschap, en art. 16 Belastingverdrag Nederland-Brazilië vereist dat sprake is van inkomen van een lid van de raad van beheer of een vergelijkbaar orgaan van de vennootschap, wordt niet voldaan aan de vereisten voor toewijzing van het heffingsrecht aan Brazilië.

Lees ook het thema Grensoverschrijdende arbeid: wonen in Nederland, werken in het buitenland.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Federatieve Republiek Brazilië tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Internationaal belastingrecht

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 22 december

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen