De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 3 februari geoordeeld dat er geen wettelijke verplichting is op basis waarvan de Belastingdienst op verzoek van een verhuurder een inkomensverklaring inzake de huurder moet verstrekken.

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 3 februari geoordeeld dat er geen wettelijke verplichting is op basis waarvan de Belastingdienst op verzoek van een verhuurder een inkomensverklaring inzake de huurder moet verstrekken. Dit brengt met zich mee dat de huurder gerechtigd is verzet aan te tekenen tegen de verstrekking van de inkomensgegevens in verband met zijn bijzondere persoonlijke omstandigheden.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst en de Staatssecretaris van Financiën beraden zich over de vraag welke gevolgen deze uitspraak heeft voor de verstrekking door de Belastingdienst van inkomensgegevens van huurders aan verhuurders en welke mogelijkheden er zijn voor wat betreft de inkomensafhankelijke huurverhogingen per 1 juli 2016.

Om de beoogde wettelijke verplichting in de wetgeving te expliciteren heeft de minister echter reeds op 21 december jl. dienaangaande een wetsvoorstel ingediend. Indien dit wetsvoorstel spoedig door beide Kamers wordt aanvaard en in werking treedt, kan de Belastingdienst in ieder geval tijdig voor de huuraanzeggingen per 1 juli 2016 de inkomensverklaringen verstrekken.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Editie: 5 februari

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen