De Raad van State oordeelt dat een gemachtigde die dreigt te worden geweigerd door een bestuursorgaan de mogelijkheid moet krijgen zijn zienswijze naar voren te brengen. Dit is in dit geval niet gebeurd, maar toch houdt het besluit van de Belastingdienst om X te weigeren stand.

X heeft een belastingadviesbureau. Op 23 oktober 2018 krijgt hij te horen dat de Belastingdienst hem voor drie jaar weigert als gemachtigde. In geschil is of dit terecht is.

De afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt dat een gemachtigde die dreigt te worden geweigerd door een bestuursorgaan de mogelijkheid moet krijgen zijn zienswijze naar voren te brengen. Dit volgt uit art. 4:8 Awb. In dit geval heeft de Belastingdienst deze bepaling niet in acht genomen en heeft de voorzieningenrechter de Belastingdienst terecht veroordeeld in de proceskosten van X. Inhoudelijk houdt het besluit van de Belastingdienst om X als gemachtigde te weigeren wel stand. De Belastingdienst heeft aan zijn besluit ten grondslag mogen leggen het arrest van de strafkamer van hof waarin X is veroordeeld tot vijftien maanden gevangenisstraf (waarvan vijf voorwaardelijk) wegens herhaaldelijke belastingfraude. Het tijdsverloop van ongeveer vijf maanden tussen het arrest en het besluit om X te weigeren doet hieraan niet af. De belangen van belastingplichtigen wegen zwaarder dan het belang van X.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 4:8

Algemene wet bestuursrecht 2:2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Editie: 20 september

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen