Rechtbank Den Haag oordeelt dat het de gemeente vrijstaat om bij de rioolheffing slechts gedeeltelijk aan te sluiten bij de objectafbakening zoals die geldt in de Wet WOZ.

X is eigenaar van een aantal recreatiewoningen gelegen op een park in de gemeente Noordwijk. Voor iedere woning heeft X een aparte aanslag rioolheffing gekregen. X vindt het niet juist dat elke woning apart in de heffing wordt betrokken. Voor de Wet WOZ maken de woningen onderdeel uit van een recreatiesamenstel.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat het de gemeente vrijstaat om bij de rioolheffing slechts gedeeltelijk aan te sluiten bij de objectafbakening zoals die geldt in de Wet WOZ. De gemeenteraad heeft ervoor gekozen de samenstelbepaling van art. 16 onderdeel e Wet WOZ niet te incorporeren in de verordening rioolheffing. Gevolg is dat in principe voor elke woning op het vakantiepark rioolheffing moet worden betaald. De rechtbank vindt deze heffingssystematiek niet onrechtmatig. Verder oordeelt de rechtbank dat de Gemeentewet geen verplichting bevat voor gemeenten om voor de rioolheffing aan te sluiten bij de kadastrale perceelaanduiding. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 16

Gemeentewet 228a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 20 september

70

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen