Rechtbank Den Haag oordeelt in verzet dat de gemeente de brief waarin X verzoekt om ambtshalve aanpassing niet had mogen doorsturen naar de rechtbank. 

Belanghebbende, X, reageert per brief van 11 mei 2013 op een uitspraak van de heffingsambtenaar van de gemeente Den Haag van 22 januari 2013. De laatste alinea van haar brief luidt als volgt: "(…) Ik verzoek u dan ook om ambtshalve de aanslag afvalstoffenheffing aan te passen." De gemeente stuurt de brief als beroepschrift door naar Rechtbank Den Haag die het beroep met toepassing van art. 8:54 Awb niet-ontvankelijk verklaart. Tegen deze uitspraak doet X verzet.

Rechtbank Den Haag oordeelt in verzet dat de gemeente de brief waarin X verzoekt om ambtshalve aanpassing niet had mogen doorsturen naar de rechtbank. De rechtbank is met X van mening dat de gemeente de brief ten onrechte heeft aangemerkt als een beroepschrift. Het schrijven van X behelst niet meer dan een verzoek aan de gemeente om ambtshalve herziening. In de brief zijn geen aanknopingspunten voor een beroepschrift te vinden en X heeft zelf ook verklaard niet de intentie te hebben gehad om beroep in te stellen. De rechtbank besluit om conform diens intentie te beslissen op het beroep van X. Wegens het ontbreken van een beroepschrift is het beroep dan ook niet-ontvankelijk. Het verzet is gegrond. X krijgt het door hem betaalde griffierecht terug van de gemeente.  

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 15 januari

15

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen