Hof 's-Gravenhage oordeelt dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij met de voor eigen rekening en risico verrichte effectentransacties een meer dan louter speculatief uitzicht op het behalen van voordeel heeft.

Belanghebbende (X) beëindigt aan het begin van het jaar 2000 zijn dienstbetrekking met A bv. Hij oefent hierbij opties uit die hij op grond van een stockoption plan had. Vervolgens gaat hij zich toeleggen op het aan- en verkopen van effecten in de meest brede zin. Hij lijdt hierbij aanzienlijke verliezen. Belanghebbende brengt dit verlies in aftrek op zijn inkomen. Hij is van mening dat er sprake is van winst uit onderneming. De inspecteur is het daar niet mee eens.

Hof 's-Gravenhage oordeelt dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij met de voor eigen rekening en risico verrichte effectentransacties een meer dan louter speculatief uitzicht op het behalen van voordeel heeft. Het hof overweegt hierbij dat de handel in effecten, die worden verhandeld op een open markt, speculatief van aard is. Een met die handel te behalen voordeel is volgens het hof in de regel niet voorzienbaar. Het hof overweegt verder ook nog dat belanghebbende met zijn deskundigheid, ervaring en relaties het koersverloop van de door hem gekochte effecten niet kon beïnvloeden. Verder acht het hof nog van belang dat belanghebbende in de jaren 2000-2004 (grote) verliezen heeft geleden. De handel in effecten vormt geen bron van inkomen. De verliezen en gemaakte kosten zijn niet aftrekbaar.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Gravenhage

4

Gerelateerde artikelen