Rechtbank Gelderland oordeelt dat de heffingsambtenaar de twijfel over de maximale kostendekkendheid van de verordeningen afvalstoffenheffing en rioolheffing onvoldoende heeft weggenomen en verklaart de beide verordeningen onverbindend.

X is huurder van een woning. Aan hem zijn aanslagen afvalstoffenheffing en rioolheffing opgelegd. X stelt in beroep dat de verordeningen afvalstoffenheffing en rioolheffing onverbindend zijn wegens overschrijding van de opbrengstlimiet.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de verordeningen rioolheffing en afvalstoffenheffing onverbindend zijn. De heffingsambtenaar heeft op verzoek inzicht verschaft in de geraamde baten en lasten. X heeft daarna gemotiveerd gesteld dat niet inzichtelijk is welk deel van de handhavingskosten is toegerekend aan de afvalstoffenheffing. Ook de posten 2.1 Verkeer en vervoer en 0.10 Mutaties zijn niet inzichtelijk. Er bestaat twijfel of het wellicht gaat om posten die geen last ter zake zijn. Voor zowel de afvalstoffenheffing als de rioolheffing heeft de heffingsambtenaar niet inzichtelijk gemaakt om welke overheadkosten het gaat en waarom die post niet te hoog is geraamd. Datzelfde geldt voor de posten BTW. Ook wordt betwijfeld of de last onder 7.2 Riolering niet ruim € 1,4 miljoen te hoog is geraamd. De heffingsambtenaar heeft hierna niet aangetoond dat de twijfel ongegrond is. Hij heeft ook ter zitting verklaard dat hij in de gelegenheid is geweest om nadere inlichtingen te krijgen bij een ambtenaar van de gemeente, maar dat hij daarvan bewust heeft afgezien. De rechtbank vernietigt de aanslagen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet milieubeheer 15:33

Gemeentewet 228a

Gemeentewet 229b

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 20 januari

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen