Rechtbank Gelderland oordeelt dat de heer X tot 15 oktober 2013 vertrouwen kan ontlenen aan de eerder afgegeven verklaring arbeidsrelatie, waarvan de inspecteur niet aannemelijk maakt dat die onder valse voorwendselen is verkregen.
De heer X is verpleegkundige en staat daartoe ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en het BIG (Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg)-register. Vanaf 2010 heeft X zijn inkomsten steeds aangegeven als winst uit onderneming. Dit is conform de verklaringen arbeidsrelatie (VAR) voor die jaren. Voor 2013 is een automatische VAR afgegeven. Op 15 oktober 2013 is deze VAR-winst uit onderneming door de inspecteur herzien in een VAR-loon. In geschil is de aanslag Zorgverzekeringswet over 2013.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X tot 15 oktober 2013 vertrouwen kan ontlenen aan de eerder afgegeven VAR (zie Hof Arnhem-Leeuwarden 16 oktober 2018, nr 17/01142, V-N 2019/4.28.6). Het maakt niet uit dat in art. 43 Zvw niet expliciet wordt verwezen naar de VAR. Ook het feit dat de inkomsten in de inmiddels onherroepelijke IB-aanslag over 2013 als loon zijn aangemerkt, is niet relevant. Tegen de Zvw-aanslag staat namelijk afzonderlijk bezwaar en beroep open en de inspecteur maakt niet aannemelijk dat de VAR onder valse voorwendselen is verkregen. X claimt vergeefs toepassing van de zelfstandigenaftrek, aangezien niet aannemelijk is dat aan het urencriterium is voldaan. Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.156
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting, Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 9 april