Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de afschaffing van de vrijstelling van kolenbelasting voor kolengestookte energiecentrales niet in strijd is met de Richtlijn 2003/96 EG van 27 oktober 2003.

Belanghebbende, X bv, is een energiebedrijf dat voor de productie van elektriciteit beschikt over een kolencentrale. X bv is het er niet mee eens dat zij vanaf 1 januari 2013 kolenbelasting moet betalen voor geïmporteerde kolen. Zij stelt dat de afschaffing van de vrijstelling in de kolenbelasting per 1 januari 2013 voor kolen die worden gebruikt voor de opwekking van elektriciteit in strijd is met onder meer het EU-recht.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de afschaffing van de vrijstelling van kolenbelasting voor kolengestookte energiecentrales niet in strijd is met de Richtlijn 2003/96 EG van 27 oktober 2003. Naast budgettaire overwegingen heeft de wetgever ook algemene milieubeleidsoverwegingen ten grondslag gelegd aan de afschaffing van de vrijstelling. Dat deze doelstellingen niet strikt bepaald zijn doet niet ter zake. Het hof acht het voldoende dat vervangingen van kolen door gas bij de productie van elektriciteit redelijkerwijs kan bijdragen aan de vermindering van milieuvervuiling. Het hof volgt verder het oordeel van de rechtbank dat de afschaffing van de vrijstelling niet strijdig is met art. 110 VWEU en tussen de EU en derde landen gesloten verdragen. Omdat de afschaffing niet onvoorzienbaar was, is er evenmin strijd met het communautaire rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet milieubeheer 1

Wet milieubeheer 44

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Milieuheffingen

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 22 december

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen