Advocaat-generaal Wattel concludeert dat de wijze waarop het hof de bewijslast heeft verdeeld niet in overeenstemming is met de bewijslastverdeling die volgt uit de rechtspraak van het Hof van Justitie EU. Het gevolgde stappenplan doet weliswaar gekunsteld aan, maar de claim van de fiscus blijft behouden.

Belanghebbende, X, een uitvaartverzekeraar, maakt deel uit van de C-groep. Tot de groep behoren onder andere een levensverzekeringsmaatschappij en een andere uitvaartverzekeraar. Vanwege de precaire financiële situatie waarin de verzekeringsmaatschappij is geraakt, wordt besloten, op instigatie van de DNB, om de onderneming van X af te splitsen naar een nieuw opgerichte vennootschap, tegen uitreiking van een aandeel, in plaats van een activa-passivatransactie. Dit aandeel wordt vervolgens verkocht aan een derde. X verzoekt de inspecteur om zekerheid te verstrekken over de vraag of de voorgenomen splitsing en de daaropvolgende verkoop van aandelen zakelijk is of niet. Volgens de inspecteur is de splitsing in overwegende mate gericht op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing. Rechtbank Gelderland oordeelt dat X aannemelijk maakt dat de afsplitsing van de onderneming en de daaropvolgende verkoop heeft plaatsgevonden op grond van zakelijke overwegingen, omdat aannemelijk is dat bij ongewijzigde voortzetting de continuïteit van de onderneming ernstig in gevaar zou komen. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat de door haar genoemde voordelen van de afsplitsing, ten opzichte van een activa-passivatransactie, zich daadwerkelijk voordoen. Er liggen geen zakelijke overwegingen ten grondslag aan de splitsing van de onderneming en de daaropvolgende verkoop van de onderneming. X gaat in cassatie.

Advocaat-generaal Wattel concludeert dat de wijze waarop het hof de bewijslast heeft verdeeld niet in overeenstemming is met de bewijslastverdeling die volgt uit de rechtspraak van het Hof van Justitie EU. Het gevolgde stappenplan doet weliswaar gekunsteld aan, maar de claim van de fiscus blijft behouden. Ook motiveert het hof niet waarom een activa-passivatransactie de meest voor de hand liggende route is om het beoogde einddoel te bereiken. Het bewijsoordeel van het hof is volgens de A-G dan niet voldoende gemotiveerd. De A-G adviseert de Hoge Raad om de zaak te verwijzen.

Lees ook het thema Vennootschapsbelastinggevolgen van fusies en splitsingen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 14a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Editie: 29 mei

85

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen