Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het verzoek tot schorsing van de aanslagen schenkbelasting wordt afgewezen, omdat er geen aanwijzingen zijn dat de aanslagen ten onrechte zijn opgelegd.

X doet bij de voorzieningenrechter een verzoek tot schorsing van de aanslagen schenkbelasting over 2007 t/m 2016. De aanslagen zijn volgens X ten onrechte opgelegd. X kreeg gedurende die periode bedragen van een rechtspersoon. X betoogt dat de betalingen hebben plaatsgevonden ten titel van geldlening en niet ten titel van schenking.

De voorzieningenrechter van Rechtbank Noord-Holland stelt vast dat er geen stukken zijn waaruit het bestaan van een geldlening kan worden afgeleid. Er heeft geen aflossing of rentebetaling plaatsgevonden en er zijn geen zekerheden voor terugbetaling gesteld. De voorzieningenrechter houdt het er voorshands voor dat met de betalingen een vermogensverschuiving is beoogd. Het verzoek tot schorsing van de aanslagen schenkbelasting wordt afgewezen.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 29 mei

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen