Belanghebbende, bv X, heeft in februari 2008 een scheepswerf overgenomen. Tijdens verschillende waarnemingen ter plaatse in 2008 is geconstateerd dat op de scheepswerf Poolse en Roemeense arbeidskrachten werken. Niet in geschil is dat de Poolse arbeidskrachten bij bv X in dienstbetrekking zijn en dat verzuimd is de loonheffingen af te dragen. V.w.b. de Roemeense arbeidskrachten stelt bv X dat deze elders in dienstbetrekking zijn en dat zij deze heeft ingeleend. De Inspecteur erkent dat de Roemeense werklieden vanaf 1 augustus 2008 in dienstbetrekking zijn bij Roemeense vennootschappen.
Hof Den Bosch oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat de situatie vóór 1 augustus 2008 anders is geweest dan daarna. De Inspecteur heeft dan ook niet voldaan aan de op hem rustende bewijslast dat de Roemeense arbeidskrachten gedurende een aantal maanden in het jaar 2008 tot bv X in dienstbetrekking hebben gestaan. De opgelegde naheffingsaanslag loonheffing wordt daarom verminderd naar het bedrag ter zake van de loonbetalingen aan Poolse arbeidskrachten. Verder wordt aan bv X een vergoeding toegekend voor immateriële schade. Het hof verklaart het hoger beroep van bv X gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 3
Wet op de loonbelasting 1964 6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 17 december