De aandelen van belanghebbende (X bv) zijn in handen van het beursgenoteerde A nv. A nv heeft voor haar managers en commissarissen een aandelenplan opgesteld. De toegekende aandelen kunnen gedurende een periode van vijf jaren niet worden verkocht. De waarde van de aandelen die aan de werknemers van belanghebbende worden geleverd, berekent belanghebbende op € 481.850. De inspecteur is het niet eens met deze waarde en legt een LB-naheffingsaanslag van € 231.534 op aan belanghebbende. Rechtbank 's-Gravenhage vermindert de naheffingsaanslag naar een bedrag van € 128.996.
Hof 's-Gravenhage oordeelt dat voor de bepaling van de waarde van de aandelen in beginsel moet worden aangesloten bij de beurskoers van het aandeel op het moment van de verstrekking. Vervolgens overweegt het hof dat de inspecteur akkoord is gegaan met een afwaardering met een enkelvoudig berekend percentage van 2,5 per jaar. Belanghebbende dient de door haar verdedigde – hogere – afwaardering dan volgens het hof aannemelijk te maken. Volgens het hof is belanghebbende daarin niet geslaagd. Het hof verlaagt de naheffingsaanslag naar € 173.194, conform het standpunt van de inspecteur.