Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat X recht heeft op voorkoming van dubbele belasting voor het loon dat is toegekend voor de in de werkstaat, Engeland, verrichte arbeid.

Belanghebbende, Nederlander X, beschikt in Nederland over een eigen woning waar hij met zijn gezin woont. Het gezin staat op dat adres ingeschreven bij de GBP. De echtgenote en de kinderen hebben Nederland nooit metterwoon verlaten. X werkt sinds maart 2004 in het Verenigd Koninkrijk (hierna: VK) in loondienst bij een universiteit. Hij verricht op 190 dagen per jaar werkzaamheden voor de universiteit waarvan op 152 dagen de werkzaamheden in het VK worden verricht en op 38 dagen in Nederland. X verblijft in verband met zijn werk ten minste 190 dagen per jaar in het VK. Gedurende de periode 2004 tot 2008 huurt X een woning in het VK. Daarna heeft hij die woning in eigendom. In zijn aangiften ib/pvv claimt X aftrek ter voorkoming van dubbele belasting voor het volledige bedrag van zijn salaris.

Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden is er sprake van een dubbele woonplaats. X wordt dan geacht inwoner te zijn van de Staat waarmee zijn persoonlijke en economische betrekkingen het nauwst zijn (middelpunt van de levensbelangen) en dat is Nederland. Het hof beslist dat voorkoming van dubbele belasting moet worden gegeven voor het loon dat is toegekend voor de in de werkstaat verrichte arbeid. Op grond van de dagenbreuk wordt het loon voor 152/190 x € 56.814 = € 45.451 aan het VK toegerekend. Dit leidt tot vermindering van de in geschil zijnde navorderingsaanslagen.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Internationaal belastingrecht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 14 mei

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen