Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de Hongaarse MRB voor zware Turkse vrachtvoertuigen een heffing van gelijke werking als een douanerecht is. Deze heffing is in strijd met het EU-recht.

Het Turkse Istanbul Lojistik Ltd vervoert vanuit Turkije, met vrachtwagens, goederen voor Turkse en Europese ondernemingen. Hierbij wordt met name Hongarije als lidstaat van doorvoer gebruikt. Tijdens een controle stelt de Hongaarse Belastingdienst vast dat een belastingzegel ontbreekt. De zegel heeft betrekking op de betaling van Hongaarse MRB. De Hongaarse MRB is namelijk verschuldigd voor zware vrachtvoertuigen die in Turkije zijn geregistreerd, en moet elke keer worden betaald als de Hongaarse grens wordt overschreden, om over Hongaars grondgebied naar een andere lidstaat te gaan. Volgens Istanbul Lojistik moet de Hongaarse MRB worden aangemerkt als een heffing van gelijke werking als een douanerecht in de zin van art. 30 VWEU. De MRB leidt volgens Istanbul Lojistik zowel tot discriminatie als tot bescherming van de markt. De Hongaarse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de Hongaarse MRB voor zware Turkse vrachtvoertuigen een heffing van gelijke werking als een douanerecht is. Deze heffing is in strijd met het EU-recht. Het Hof van Justitie EU merkt hierbij nog op dat de Hongaarse MRB een eenzijdig opgelegde geldelijke last is die wegens grensoverschrijding op goederen wordt geheven. Het betoog van Hongarije, dat geen hoge belasting wordt betaald en dat de belastingheffing gerechtvaardigd wordt door de noodzaak om het nationale wegennet te onderhouden, en door het feit dat het milieu wordt aangetast door die vervoerswijze, is dan niet relevant.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)

9

Gerelateerde artikelen