Het verzamelinkomen uit de Wet IB 2001 is een algemeen aanvaard begrip om de draagkracht te bepalen. Bij de introductie van de toeslagen is bewust gekozen om het toetsingsinkomen aan te laten sluiten bij het verzamelinkomen. Dat schrijft minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in antwoord op Kamervragen.

Het toetsingsinkomen van een gezin in een koopwoning kan afwijken van een vergelijkbaar gezin met hetzelfde inkomen in een huurwoning, waardoor het recht op kinderopvangtoeslag ook kan afwijken.

Het coalitieakkoord bevat de ambitie voor een herziening van het huidige kinderopvangstelsel in 2025. In de stelselherziening wordt de hoogte van de kinderopvangtoeslag onafhankelijk van het verdiende inkomen. Het toeslagpercentage wordt 96% voor alle werkende ouders. Het toetsingsinkomen speelt geen rol meer in het herziene stelsel. Daarmee verdwijnt het eventuele verschil in toeslag dat uit de woonsituatie kan voortkomen.

De Kamervragen zijn gesteld door het lid Maatoug (GroenLinks) over "berekeningen van het toetsingsinkomen voor de kinderopvangtoeslag".

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 2.18

Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen 8

Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen 2

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Toeslagen en zorgverzekeringswet

Regelgevende instantie: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

11

Gerelateerde artikelen