Het HvJ EU oordeelt dat de door het VK bestreden heffingsbeginselen geen bestanddeel zijn van het besluit. HvJ EU verwerpt dan ook het beroep van het VK om het besluit voor een nauwere samenwerking op FTT-gebied te vernietigen.

Op 28 september 2011 heeft de Europese Commissie (EC) het voorstel voor een richtlijn van de Raad van de Europese Unie betreffende een gemeenschappelijk stelsel van belasting op financiële transacties (FTT) goedgekeurd. Omdat er geen unanieme steun voor het voorstel was, hebben elf lidstaten besloten om een nauwere samenwerking aan te gaan op het gebied van de FTT. Begin 2013 besluit de Raad dat de elf lidstaten een nauwere samenwerking mogen aangaan. In 2013 keurt de EC een voorstel voor een richtlijn van de Raad tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van FTT goed. Het VK, als niet-deelnemende lidstaat, verzoekt het Hof van Justitie EU (HvJ EU) om het besluit te vernietigen. Het VK voert daarbij aan dat het bestreden besluit de vaststelling toestaat van een FTT met extraterritoriale werking en dat het besluit de vaststelling toestaat van een FTT die kosten zal veroorzaken voor lidstaten die niet deelnemen aan de nauwere samenwerking.

Het HvJ EU oordeelt dat de door het VK bestreden heffingsbeginselen geen bestanddeel zijn van het besluit. Het HvJ EU wijst er daarbij op dat het bestreden besluit er slechts toe strekt om elf lidstaten te machtigen onderling een nauwere samenwerking aan te gaan op het gebied van de totstandbrenging van een gemeenschappelijk FTT-stelsel. Vervolgens merkt het HvJ EU op, over het feit dat de toekomstige FTT kosten zal veroorzaken voor niet-deelnemende lidstaten, dat het bestreden besluit geen bepaling bevat over het probleem van de uitgaven in verband met de uitvoering van de nauwere samenwerking. Het HvJ EU verwerpt het beroep.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 332

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 327

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 6 mei

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen