Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het belastbare feit zich niet reeds voordoet bij de melding van een ingevoerde auto door X bv als vergunninghouder. Het belastbare feit is namelijk de latere tenaamstelling. De inspecteur kan dus in redelijkheid menen dat de opgevraagde stukken van belang zijn voor de BPM-heffing bij X bv.

X bv is autohandelaar en repareert ook auto’s. X bv heeft een vergunning om BPM-maandaangiften te doen. In dat kader doet X bv bij invoer van een auto eerst altijd een melding bij de Belastingdienst met opgave van de verschuldigde BPM. In 2015 en 2016 worden aldus dertien auto's met schade gemeld. Voor de waardebepaling is steeds een taxatierapport gebruikt en niet alle auto's zijn daarna gerepareerd. In 2017 vraagt de inspecteur de betreffende inkoopfacturen, verkoopovereenkomsten, verkoopnota's en nota's van reparaties op. Volgens de inspecteur is het belastbare feit namelijk de latere tenaamstelling van de auto's.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het belastbare feit zich niet reeds voordoet bij de melding door X bv als vergunninghouder. De inspecteur kan dus in redelijkheid menen dat de opgevraagde stukken van belang zijn voor de BPM-heffing bij X bv. Het beroep van X bv is ongegrond. Zij moet dus binnen zes weken en één dag, ingaande na de dag van de verzending van deze uitspraak, alsnog de stukken aan de inspecteur verstrekken.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 6 december

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen