Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur door het stellen van een zeer korte termijn voor het aanleveren van informatie de grenzen van de redelijkheid heeft overschreden. Daarmee is de informatiebeschikking prematuur.

De inspecteur vermoedt dat X activiteiten verricht op het gebied van handel in en exploitatie van domeinnamen. In verband daarmee wordt eerst een afspraak gemaakt om informatie ter inzage te leggen in het kader van een boekenonderzoek. Die afspraak wordt namens X afgezegd. Vervolgens vraagt de inspecteur schriftelijk een grote hoeveelheid informatie op. De termijn wordt eerst gesteld op 8 werkdagen en na verzoek om uitstel op 18 werkdagen. Een tweede verzoek om uitstel wordt afgewezen en de inspecteur neemt direct na verloop van de gestelde termijn een informatiebeschikking. X meent dat hem te weinig tijd is gegund om de informatie te verzamelen. De inspecteur wilde vaart maken wegens het verlopen van de navorderingstermijn. De rechtbank toetst of X heeft voldaan aan zijn informatieplicht en of de informatiebeschikking prematuur is genomen en daarom vernietigd moet worden.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X niet heeft voldaan aan zijn informatieverplichting. De inspecteur heeft echter met het stellen van een zeer korte termijn, mede in aanmerking nemende de aard en omvang van de gevraagde informatie, de grenzen van de redelijkheid overschreden. De rechtbank vernietigt de informatiebeschikking.

Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 47

Algemene wet bestuursrecht 52a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 26 november

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen