Aan X is voor het belastingjaar 2004 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen berekend naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 67.908. De inspecteur heeft als uitgangspunt de WOZ-waarden per 1 januari 2005 van de panden van in totaal € 1.600.000 genomen. De Rechtbank Haarlem heeft het beroep van X ongegrond verklaard. In hoger beroep is in geschil de waarde van de panden voor de bepaling van het door X genoten voordeel uit sparen en beleggen.
Hof Amsterdam oordeelt dat X niet heeft voldaan aan de informatieverplichting van art. 47 AWR. De inspecteur heeft X schriftelijk gewezen op de sanctie van art. 27e, aanhef en onderdeel b, AWR (oud). De omkering en verzwaring van de bewijslast is in het onderhavige geval van toepassing, omdat X - ook na de mededeling van de inspecteur - heeft geweigerd de van hem verlangde informatie te verstrekken. Aangezien X heeft geweigerd desgevraagd informatie te verstrekken, was de inspecteur bevoegd de aanslag vast te stellen zonder over die informatie te beschikken. Naar het oordeel van het hof heeft de inspecteur daarbij niet onredelijk gehandeld door zich onder die omstandigheid te baseren op de WOZ-waarde van de panden. Het is dan aan X om overtuigend aan te tonen (ervan te doen blijken) dat de bij de uitspraak op bezwaar gehandhaafde aanslag te hoog is vastgesteld. Hiertoe heeft X weinig meer aangevoerd dan een op zijn eigen kennis en ervaring met de handel en/of exploitatie van onroerende zaken gebaseerd oordeel. Het hof acht dit oordeel niet toereikend. Het hoger beroep is ongegrond.