De geheimhoudingskamer van Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur de identiteit van de tipgever niet hoeft te openbaren. De inbreuk op de privacy van de tipgever weegt aanzienlijk zwaarder dan het verdedigingsbelang van X bij kennisneming van de identiteit van deze persoon.

Belanghebbende, X, is oprichter van onderneming A. De onderneming wordt gedreven in B bv en haar deelnemingen. In 1999 wordt de onderneming verkocht en in 2001 emigreert X naar Zwitserland. In verband met deze emigratie legt de inspecteur een conserverende IB-aanslag op aan X voor de fictieve vervreemding van het ab in B bv. In 2011 wordt de conserverende aanslag kwijtgescholden, waarop X de aandelen B bv voor € 21,4 mln verkoopt. In 2015 ontvangt de inspecteur per e-mail de tip dat X niet naar Zwitserland is geëmigreerd en legt hij een IB-navorderingsaanslag 2011 op aan X. Hangende de beroepsprocedure overlegt de inspecteur stukken en doet daarbij een beroep op (gedeeltelijke) geheimhouding. De geheimhoudingskamer van Rechtbank Gelderland oordeelt dat de beperking van de kennisneming van de stukken en daarmee de geheimhouding van de identiteit van de tipgever en een derde, die op initiatief van de inspecteur is benaderd, gerechtvaardigd is. De inspecteur weigert ook in hoger beroep de (niet-geschoonde) stukken te overleggen en de identiteit van de tipgever en de derde te openbaren.

De geheimhoudingskamer van Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur de identiteit van de tipgever en de derde niet hoeft te openbaren. De inbreuk op de privacy van de tipgever en de derde weegt aanzienlijk zwaarder dan het verdedigingsbelang van X bij kennisneming van de identiteit van deze personen en de door de derde overgelegde stukken. Hierbij overweegt het hof dat de ongeschoonde versie van de stukken geen, voor X, ontlastend materiaal bevat. Verder heeft de tipgever, naast de tip, bestaande uit de ‘blote’ mededeling dat X in Nederland zou wonen, geen stukken overgelegd. De door de inspecteur aangebrachte beperking van de kennisneming van de stukken is gerechtvaardigd. Het hof stelt X in de gelegenheid om het hof te berichten of zij erin toestemt dat het hof uitspraak doet mede op basis van de stukken waarvoor de beperkte kennisneming gerechtvaardigd is.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 4

Algemene wet bestuursrecht 8:29

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 10 mei

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen