Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de vermindering van de waarde van een ‘ex-rental’ alleen kan worden toegepast als ook daadwerkelijk sprake is van een ‘ex-rental’ voertuig. Als de betreffende auto niet als huurauto is gebruikt, kan voor de bepaling van de afschrijving niet worden uitgegaan van de waarde van een ‘ex-rental’.

X bv doet in 2017 BPM-aangifte voor gebruikte personenauto’s: een Volvo XC60 D5 AWD Summum, een BMW X6 M50d en een Mercedes-Benz C-220 d Ambition. X gaat in beroep en hoger beroep tegen de door haar op aangifte afgedragen BPM. Zij voert daarbij diverse formele en materiële verweren aan.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de vermindering van de waarde van een personenauto in verband met een huurverleden (‘ex-rental’) alleen kan worden toegepast als ook daadwerkelijk sprake is van een ‘ex-rental’ voertuig. Het hof verwerpt daarbij de stelling van X bv dat voor de bepaling van de afschrijving dient te worden uitgegaan van de waarde van een ‘ex-rental’, ook als de betreffende auto niet als huurauto is gebruikt, omdat dit de laagst mogelijke waarde is. Het hof verwijst daarbij naar het arrest van de Hoge Raad van 28 februari 2020 (nr. 19/00619, V-N 2020/12.17). Verder verwerpt het hof ook de stelling van X bv dat de wijze waarop in Nederland griffierecht wordt geheven in strijd is met het EU-recht. Het hof verklaar het hoger beroep van X bv ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 8

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 10 mei

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen