Rechtbank Den Haag oordeelt dat het verzoek om toepassing van de 30%-regel ten onrechte is afgewezen. X kan als inkomende werknemer worden beschouwd, omdat zij vanuit het buitenland is aangeworven.

X heeft de Canadese nationaliteit. Zij is per 1 september 2020 in dienstbetrekking werkzaam bij een medisch centrum. De inspecteur heeft op 21 september 2020 een verzoek om toepassing van de 30%-regeling ontvangen. Dat verzoek is afgewezen. In geschil is of X een ingekomen werknemer is in de zin van art. 10e lid 2 sub b van het Uitv. besl. LB, zodat zij recht heeft op de 30%-regeling.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat het verzoek om toepassing van de 30%-regel ten onrechte is afgewezen. De specifieke deskundigheid van X is niet in geschil. X heeft aannemelijk gemaakt dat zij gedurende twee derde van de periode van 24 maanden voorafgaand aan haar dienstverband woonachtig was op een afstand van meer dan 150 kilometer van de Nederlandse grens. De rechtbank oordeelt dat X vanuit het buitenland is aangeworven. Om die reden kan zij als inkomende werknemer worden beschouwd.

Lees ook het thema: De 30%-regeling.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 10e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 7 maart

41

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen