Het kaderbesluit BPM is geactualiseerd. In het besluit is een nieuw onderdeel 3.1 opgenomen met, vooruitlopend op wetgeving, een goedkeuring om de (toepassing van de) wet in lijn te brengen met de uitleg van het arrest van de Hoge Raad dat ziet op de toepassing van art. 16a Wet BPM 1992 (tekst 2022).

Het gaat om het arrest van 3 juni 2022, nr. 20/03704, V-N 2022/25.10, waarin de Hoge Raad heeft geoordeeld dat de overgangsbepaling van art. 16a van de wet geen discriminerende elementen bevat, mits de regeling zo wordt uitgelegd dat nieuwe motorrijtuigen die voorafgaand aan de tariefswijziging waren ingeschreven in het kentekenregister van een andere lidstaat van de Europese Unie (EU), ook in aanmerking komen voor de toepassing van art. 16a van de wet.

Daarom wordt goedgekeurd dat voor de toepassing van art. 16a van de wet onder ‘inschrijving’ ook wordt verstaan de inschrijving van een nieuw motorrijtuig in een andere lidstaat van de EU.

Daarnaast is in het besluit de definitie van een nieuw motorrijtuig komen te vervallen door de opname van de definitie van een gebruikt motorrijtuig in de Uitvoeringsregeling BPM.

Het besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2023. Het voorgaande besluit van 16 december 2021 (V-N 2022/5.6.1) is per die datum ingetrokken.

Wetsartikelen:

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 16a

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

33

Gerelateerde artikelen